Competentielijst

Competentielijst CoreReflect

De opleidings- en implementatietrajecten van CoreReflect zijn gericht op de hogere niveaus in een organisatie. De competentielijst die ontwikkeld is bevat daarom geen competenties als bijvoorbeeld schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid, klantgerichtheid, accuratesse e.d.

Assertviteit
Op een volwassen niet-agressieve en niet-kwetsende wijze opkomen voor de eigen mening, belangen, behoeften en wensen.

Authentiek gedrag
In staat zijn opbouwend te handelen vanuit oorspronkelijke gevoelens en gedachten zonder daarin te worden tegen gehouden door (bureaucratische en andere) normen over wat gewenst of geaccepteerd gedrag is.

Besluitvaardigheid
Beslissingen durven nemen op het moment dat de situatie dat vraagt, op basis van zo veel mogelijk verzamelde informatie, alternatieven, hun voor- en nadelen, gevolgen en grip op de doorwerking.

Bevelgeven
Medewerkers, collega's, hoger gestelden duidelijk en met gezag aangeven wat er moet gebeuren in een situatie.

Coachen
Het ontwikkelings- en groeiproces van een medewerker, collega, leidinggevende stapsgewijs en situationeel afgestemd op de persoon en zijn/haar mogelijkheden, begeleiden en hogerop helpen.

Conflicthantering
In staat zijn (tijdig) bij (dreigende) fricties en conflicten tussen derden en als men zelf conflictpartij is constructief probleemoplossend te interveniëren zodat weer zakelijk verder gewerkt kan worden, tenzij.

Constructief Confronteren
In staat zijn medewerkers, collega's, leidinggevenden, bestuurders een geheel andere mening, voorstel, oordeel, een afwijking van een afspraak e.d. voor te houden gericht op het zakelijke doel en rekening houdend met hun opnamevermogen. Ook feedback geven over gewenste en niet gewenste effecten van gedrag.

Controleren
In staat zijn in détail na te gaan of zaken die afgesproken/opgedragen zijn ook worden nagekomen door individuen of teams.

Delegeren
In staat zijn delen van het eigen werk over te dragen aan anderen. Meestal om daarmee ruimte in de eigen agenda vrij te maken voor de meest belangrijke zaken en voor hoofdlijnen van beleid en sturing.

Doel-/Resultaatgerichtheid
Werken vanuit een zakelijke werkhouding: steeds zo concreet mogelijke doelen stellen, toewerken naar resultaten via zo direct mogelijke wegen, toegevoegde waarde leveren met attentie voor efficiency.

Doorzettingsvermogen
In staat zijn lange(-re) tijd te werken aan een opgave waarbij regelmatig weerstanden, haperingen, moeilijkheden, frustraties optreden. Dan doorbijten en naar oplossingen blijven zoeken om het werk gereed te krijgen, resp. de procesgang weer op gang krijgen.

Efficiënt Vergaderen
Het in een groep complexe vraagstukken dichterbij een oplossing brengen waarbij vanuit contact met het groepsproces zakelijk informatie, eigen meningen, oplossingen worden ingebracht en alle beschikbare informatie van collega's wordt verzameld. Het eraan bijdragen dat vergaderingen goed zijn voorbereid en follow-up krijgen.

Flexibiliteit
Zich kunnen aanpassen aan (de snelheid van) wijzigende omstandigheden en zich flexibel opstellen om daarmee (blokkerende) omstandigheden veranderen.

Gesprekseffectiviteit
Het realiseren van een interactief doelgericht gespreksverloop. Het daartoe kunnen structureren van gesprekken afhankelijk van gestelde doelen, gesprekspartners, setting en verloop.

Integriteit
Hanteren van algemeen erkende sociale, ambtelijke of professionele normen en waarden, en het handhaven daarvan ondanks verleidingen of druk van buiten af.

Inlevingsvermogen-Empathie
In staat stil te staan bij een ander met zijn verantwoordelijkheden, taken, strevingen, kwaliteiten, gevoelens, dilemma's, twijfels. Kan de gevoelens en ervaringen van de ander plaats en betekenis geven.

Leiderschap
Op een bepaald werkterrein, vakgebied, organisatie, goed doordachte vernieuwende initiatieven realiseren of een organisatie(-onderdeel) door periodes met veel blokkades en tegenwerking loodsen, door bij je team medewerkers en andere betrokkenen begrip en draagvlak te creëeren, moedig voorop te lopen en succes/mislukking aan je positie te verbinden.

Leidinggeven-Managen
Sturing geven aan (groepen) personen die problemen moeten oplossen, taken moeten uitvoeren. Bepalen binnen welke kwaliteits-, tijds-, en financiële middelen de werkzaamheden verricht moeten worden. Het bepalen van prioriteiten en posterioriteiten. In staat de bedrijfsvoering te runnen. De uitvoering volgen en bijsturen.

Luisteren
In staat zijn de boodschappen die iemand - als geheel  (gestalt)- uitzendt zonder vervormingen waar te nemen, op tafel te krijgen en te begrijpen zoals de zender het bedoelt.

Managementidentificatie
Zich actief verbinden met de vraagstukken die op een hoger niveau in de organisatie spelen en opgelost moeten worden. Dat niveau steunen om tot goed werkende oplossingen te komen. En achter de beslissingen gaan staan die uiteindelijk op dat niveau genomen worden en deze loyaal uitvoeren.

Motiveren-Stimuleren
In staat te achterhalen wat medewerkers, collega's, chefs en andere in het directe netwerk individueel of als groep energie geeft en wat hen (dé-)motiveert. Hen maximaal weten te stimuleren het beste uit zich zelf te halen om zakelijke doelen te bereiken.

Omgevingszicht
In staat relevante ontwikkelingen in de omgeving (in bestuurlijke netwerken, vaktechnische ontwikkelingen, burgerbewegingen e.d.) waar te nemen en te volgen. Voortdurend in het interne werk de gevolgen voor de omgeving buiten de organisatie doorrekenen.

Onderhandelen
In situaties met deels gelijke belangen en deels verschillende belangen actief en vasthoudend (blijven) zoeken naar oplossingen die het eigen belang het beste dienen.

Oordeelsvorming
Actief alle relevante feiten en gegevens verzamelen en op basis daarvan gebalanceerde oordelen vormen komen over voor- en nadelen, de gevolgen en doorwerking ervan op termijn.

Organisatiesensitiviteit
Steeds de gevolgen van voorgenomen (management-)beslissingen terzake (intern) beleid, werkprocedures, bedrijfsvoeringsprocessen, structuren, werkculturen e.d. doorrekenen op de gevolgen op andere aspecten/onderdelen van de organisatie, bijvoorbeeld aanpalende deelsystemen, andere beleid, de werkcultuur, de gevolgen voor het leven van de medewerkers.

Overtuigingskracht
Het vanuit inzicht in de belangen, meningen, visies van de ander(-en) kunnen overtuigen van anderen (op alle niveaus in de organisatie) door overwicht, gezag, goed onderbouwde argumentaties en visies.

Overwicht
Door kennis, inzicht en persoonlijkheid gezag door anderen een willig oor, een principebereidheid te volgen, e.d. toegedeeld krijgen.

Plannen en Organiseren
Op efficiënte wijze ontwikkelen van (hoofd-)doelen, operationele doelen, werkplannen en het organiseren van het werk en de werkprocessen zó dat deze effectief en efficiënt verlopen.

Politiek-Bestuurlijke Affiniteit
Weten door welke dynamische krachten en spelen het spel op het politiek-bestuurlijke niveau gespeeld wordt. Dat weten te hanteren en daarin mee kunnen spelen

Proactiviteit
Relevante toekomstige gebeurtenissen voorspellen, vaak door inzicht in ontwikkelingen en interne processen (het spel). En vroegtijdig maatregelen/initiatieven nemen opdat processen, werk, besluiten e.d. als beoogd voortgang kunnen krijgen, dreigende blokkades worden voorkomen, nog haalbare oplossingen worden gerealiseerd, nieuwe compromissen worden gesloten.

Probleem-/Oplossingsanalyse
In staat de oorzaken van problemen - indien nodig in hun historische verband - te analyseren, met aandacht voor verificatie van achterliggende aannames. Het doorrekenen van alternatieve oplossingen op voor- en nadelen, gevolgen op korte en lange termijn.

Risico's hanteren
In staat te voorzien waar risico's gelopen kunnen worden, die analyseren en de gevolgen ervan berekenen/inschatten. Een 100%-filosofie wanneer geschikt kunnen verlaten en risico's accepteren en durven lopen.

Samenwerken
Samen met anderen (en hun deskundigheden, belangen, visies, hebbelijkheden) zakelijk en respectvol optrekken om gezamenlijke opgaves met synergy en efficiënt te realiseren. Niet terugvallen op bureaucratisch rolgedrag, maar inspringen waar het (team-)werk het vraagt en collega-teamleden aanspreken op hun bijdragen als dat nodig is.

Situationeel Interveniëren
Het met inzicht in en gevoel voor het unieke procesverloop, de daarin aanwezige individu(-en) en de procesbehoefte tussenkomen met een actiegerichte inbreng (een statement, instrument of model) die past bij die unieke situatie.

Stressbestendigheid
Onder werkdruk, tijdsdruk, verantwoordelijkheidsdruk de werkelijkheid ten volle blijven waarnemen en daarin effectief en efficient blijven handelen.

Vernieuwingszin-Initiatief
Gerichtheid op het waar mogelijk realiseren van verbetering en vernieuwing in organisatie, beleid, werkcultuur. Het zelf nemen van initiatieven tot verbeteringen en het aanbieden van steun aan initiatieven van collega's.

Visie
Rekening houdend met externe en technologische ontwikkelingen een realistische haalbare (middenlange termijn-)visie kunnen ontwikkelen, bijvoorbeeld op een beleidsterrein, voor de werkprocessen, de wijze van samenwerking met andere organisaties.

Waarnemen (feiten-proces)
De realiteit zoals zij is en de dynamiek daarin (proces) zonder interpretaties, oordelen, aannames, verwondering waarnemen.

Zelfstandigheid
Geheel zelf tot een eigen visie, oordelen, kwaliteitsnormen, beoordelingen komen, al dan niet op basis van adviezen. En de eigen lijn daarin weten vast te houden ondanks druk van buiten.

Zelf-kennis
Inzicht in de eigen kwaliteiten, de eigen reacties op situaties, aannames, waarden, normen, motivaties, démotivaties, verschil in verbaal geuit gedrag en feitelijk gedrag, effect op anderen.

Zelf-discipline
Het vermogen om de eigen leef- en werkomstandigheden zo te plannen en te organiseren dat zelf gestelde werk- en groeidoelen gerealiseerd worden.

Noot:
CoreReflect leidt mensen outputgericht op: wat moeten ze minimaal weten en wat moeten ze in de praktijk kunnen om een functie in een organisatie-netwerk goed uit te kunnen voeren. Competenties zijn daarbij hulpmiddelen om te focussen op deelvermogens.